Achtergebleven
zeelui
Jaarlijks wordt
de Zeehavenpolitie Rotterdam geconfronteerd met zeelieden, die bij vertrek van
het schip uit de Rotterdamse haven niet aan boord zijn. Het kan zijn, dat het
schip vertrekt op een vroeger tijdstip, of dat de zeeman bewust is
achtergebleven. Maar ook een ongeval of verdrinking zijn redenen, dat de zeeman
niet aan boord is teruggekeerd.
Wat zijn dan de verplichtingen
van de gezagvoerder
De gezagvoerder
is verplicht, wanneer er bij vertrek van het schip uit Rotterdam een
bemanningslid niet aan boord is, dit te melden aan de grensdoorlaatpost
Rotterdam-havens.Na deze melding gaan ambtenaren van de grensbewaking aan boord
van het betreffende schip om een onderzoek in te stellen. Door hen worden de
gezagvoerder en indien noodzakelijk andere bemanningsleden als getuigen
gehoord. Tevens wordt een onderzoek in de hut van betrokken zeeman ingesteld. Het
eventueel aanwezige document voor grensoverschrijding wordt door de ambtenaren
grensbewaking in bewaring genomen en in het dossier van de achtergebleven
zeeman opgeborgen. Dit dossier bevindt zich bij de Eenheid Grensbewaking aan de
St.Jobsweg 6 te Rotterdam.
Wanneer een
zeeman wordt aangetroffen, of hij heeft zich gemeld aan de grensdoorlaatpost,
dan wordt de zeeman (als hij in het bezit is van een document voor
grensoverschrijding) in overleg met de scheepsagent, gerepatrieerd naar het
land van herkomst, of hij reist naar de haven waar zijn schip op dat moment
ligplaats heeft.
Indien hij niet
in het bezit is van een geldig document voor grensoverschrijding zal, in
overleg met de scheepsagent, worden geprobeerd een document voor
grensoverschrijding te verkrijgen, teneinde de zeeman alsnog te laten
uitreizen.
De kosten van het
repatriƫren en het verblijf van de zeeman zijn voor de rederij van het schip of
voor de scheepsagent die namens de rederij de zaken behartigt
Geen opmerkingen:
Een reactie posten